Over de succesfactoren bij onderwijsvernieuwing
Nergens klinkt de roep om vernieuwing zo hard als in het onderwijs. Al decennialang hetzelfde liedje. De wereld verandert snel, studenten zijn steeds lastiger te prikkelen, het onderwijs moet op de schop, digitale transformatie, zelfsturing 21e eeuwse vaardigheden, etc, etc. Soms zien we door de bomen het bos niet meer. Zijn al die veranderingen en innovaties wel een verbetering?
Wat we er ook van vinden, als school heb je er nu eenmaal mee te maken en zal je geregeld deze onderwijsvernieuwingen moeten doorvoeren. Met een hoge werkdruk en een krappe bezetting levert dit vaak een grote uitdaging op.
Toch is het Nederlandse onderwijs heel vernieuwingsgezind vergeleken met onze omringende landen. Leraren, schoolleiders en bestuurders denken veel na over wat ze leerlingen en studenten voor de toekomst willen meegeven en hoe ze dat doen. Tegelijkertijd stelt de Inspectie vast dat we niet altijd verantwoord innoveren. Maar de helft van de scholen monitort bijvoorbeeld de leeropbrengsten, maar ook nog eens niet altijd goed of volledig.
Belangrijke succesfactoren bij onderwijsvernieuwing zijn:
- Een gemeenschappelijke gedeelde visie binnen de school: docenten en managers/bestuurders die er allemaal achterstaan;
- Het beschikbare budget;
- Het beschikken over voldoende tijd en mensen om de veranderingen door te voeren;
- De gekozen methodes (wetenschappelijke onderbouwing);
Door alle medewerkers mede-verantwoordelijk te maken voor deze vernieuwing, vergroot je naast creativiteit voor nieuwe oplossingen, ook meteen de betrokkenheid bij die gekozen oplossing. Het is immers een goed idee dat door hen zelf (ook) bedacht is.We zien dat die betrokkenheid zich vertaalt in draagvlak voor de gewenste verandering en als gevolg hiervan de uitvoering versneld.